Welkom op onze blog

Ontdek hier de nieuwste berichten en verhalen van Claybird. Laat je inspireren en leer meer over onze passies. We zijn blij dat je met ons meeleest!

Ome Joop

 

Ome Joop is er niet meer. Vorige week is hij in stilte overleden. Ondanks het verlies voor de familie een opluchting. Ome Joop was er al heel lang niet meer. De ziekte Alzheimer had hem al langzaam beetje bij beetje van ons weggevoerd. Ome Joop was de jongste broer van mijn vader, eigenlijk een nakomertje. Na een leven van hard werken op de binnenvaart kreeg hij eindelijk de tijd om zijn grote vogelpassie te starten. Aan boord had hij ook altijd een mooie kooi met vogels. Soms kanaries, dan weer zebravinkjes. Zo kon hij waar hij thuis geen gelegenheid toch nog een beetje van vogels genieten. Eenmaal met pensioen werd er een grote volière gebouwd en kweekte hij verschillende soorten exoten, maar ook inheemse soorten. Tentoonstellingen vond hij prachtig, maar dan wel als bezoeker. Naar mijn weten heeft hij nooit vogels ingestuurd, hoewel kwekers van naam bij hem over de vloer kwamen om vogels aan te schaffen. Ook ik werd door hem aangestoken en begon op jeugdige leeftijd met het kweken van Europese vogelsoorten. Samen wisselden we ervaringen uit, voorzagen elkaar en anderen van mooie kweekvogels en tijdens de vakanties was ome Joop er altijd om voor de vogels te zorgen. Vele jaren beleefde hij zijn hobby met veel plezier. Op een dag kwam hij heel emotioneel de tuin in. “slecht nieuws” zei hij, “we moeten gaan verhuizen, de knieën van tante Truus zijn kapot, ze mag geen trappen meer lopen en we moeten naar een service flat, geen volières meer dus” Hij leek ineens jaren ouder. “We kunnen de vogels hier toch samen gaan doen” opperde ik. “We doen nu al zo veel samen en het zou voor mij ook een hele opluchting zijn als ik naar mijn werk ben en er iemand met verstand voor de vogels zorgt”. Na nog een paar avonden praten hakte ome Joop de knoop door. “Ik doe het” zei hij. We specialiseerden ons bijna volledig op Europese vogels. Vooral groenlingen waren zijn favoriet. Ruim 5 jaar hadden we de vogels samen, totdat zich bij hem de eerste verschijnselen van Alzheimer openbaarden. Ook daarna kwam hij nog bijna iedere dag, soms zocht hij naar woorden, die maar geen vorm konden krijgen, dan was hij boos en verdrietig en zei “ik wordt gek in mijn kop” en sloeg met zijn hand op zijn voorhoofd. Toch had hij ook heldere momenten en konden we als vanouds over ons beider passie praten. Hokken schoonmaken op zaterdag  was in het begin nog steeds een gezamenlijke activiteit. Met een beetje praten en sturen kwam alles dik voor elkaar. Tante Truus zei dat hij als hij thuis en zijn goede momenten had hij bijna alleen nog maar over vogels sprak. “Soms word ik er wel een beetje gek van” zei ze. De ziekte verergerde vrij snel, zodat hij niet meer zelfstandig naar ons toe kon komen. Een keer per week haalde ik hem op en zette hem op een makkelijke stoel voor de volière. Soms kon hij nog iets zinnigs zeggen, andere keren wees hij alleen maar met zijn hand en zei “die, die en die” Op een bepaald moment werd de taak van het verzorgen door tante Truus een te grote opgave. Met veel verdriet hebben we hem naar een verpleeghuis gebracht. Hij herkende niemand meer en sprak nog nauwelijks. Op een zaterdag was ik bij hem. Hij zat te dutten in een stoel, nog maar een schijntje van de stoere sterke vent die hij altijd was geweest. Tante Truus was er ook. Plotseling keek hij mij aan en zei “hoe zijn de groenbeesten?” We waren stomverbaasd. Het was de enige samenhangende zin die hij in weken had gezegd. Ik begon te vertellen over 3 nesten met jongen, dat ze goed werden gevoerd en dat er al 5 op uitvliegen stonden. Ome Joop had zich allang weer in zijn eigen wereldje teruggetrokken en  keek langs ons heen naar buiten. Vijf weken laten nam hij definitief afscheid van het leven, werd gewoon ’s morgens niet meer wakker. Een mooie dood zeggen we dan. “Hoe zijn de groenbeesten” was het enige rationele dat hij nog had gezegd. We missen hem nog elke dag, maar zijn zo blij dat we zo’n fantastische oom hebben gehad.

Benieto

 

Ik ben al vele jaren een gepassioneerd vogelliefhebber. Naast het bestuderen en fotograferen van vogels in de natuur kweek ik zelf ook verschillende soorten Europese vogels in mijn buitenvolières.

Enige tijd geleden ontving ik een email van Ellen, een dame op leeftijd. Ze had mijn email adres op mijn website gevonden en ze maakte me deelgenoot van haar grote zorg. “Ik heb een groene kanarie. Hij heet Benieto.  Hij zingt niet heel veel op het ogenblik. Wil alleen in de kooi. Gaat om half 6 slapen met het doek op de kooi. Ik zoek iemand die hem wil verzorgen, omdat ik niet lang heb te leven. Wilt u alstublieft contact met mij opnemen”. Ik heb haar teruggemaild dat  het me speet dit te moeten horen en dat ik mijn best zou doen om een goed adres voor de vogel te vinden. Hij was al een keer door een familielid meegenomen en bij twee agaporniden in een kooi gezet. Dit bleek geen succes te zijn omdat de agaporniden de kanarie aanvielen. Snel heeft ze toen Benieto weer mee naar huis genomen. Een goed tehuis voor een “kamerkanarie” vinden valt niet mee. Veel contacten onder kanariekwekers heb ik ook niet. Er verstreken veertien dagen, waarin ik haar op de hoogte hield van mijn inspanningen en Ellen stuurde mij een email dat ze het erg waardeerde dat ik mijn best voor Benieto deed, maar dat de tijd drong. Ik heb haar meteen teruggeschreven dat als ik binnen een week geen adres had gevonden, ik de vogel zou komen ophalen en zelf voor Benieto zou gaan zorgen. Voordat de week om was zat er een nieuwe mail van Ellen in mijn postbus. “Hier nog van mij een berichtje over Benieto, de kanarie. Morgen ga ik overlijden dus is het kort dag. Mijn nicht wil hem wel meenemen. Ik merk wel dat het niet van harte gaat! Ik ben bang dat hij op marktplaats gaat komen. Ik heb wel eventueel het adres van mijn nicht. Ik vind het zo erg. Want ik vind dat je wel van dieren moet houden. Dank u wel, u heeft u best gedaan. Lieve groet Ellen” Helaas las ik mijn mail pas de volgende en ik kreeg het er warm van. Ik kon niets meer doen. Hoewel onbedoeld, voelde ik mij ernstig tekort geschoten dat ik mijn belofte niet heb kunnen waarmaken. Op het internet vond ik de rouwadvertentie en het condoleance register. Op de rouwkaart was ook een correspondentieadres vermeld. Na veel zoeken kwam ik in contact met de zoon van Ellen. Een paar weken later zijn we Benieto gaan ophalen. De kanarie werd gehuisvest in een gemengde volière waar ook putters en sijzen in verblijven. Het is geen jong baasje meer, maar toch heb ik er een popje bijgekocht, waar hij het uitstekend mee kan vinden. Het was wennen voor de vogel, want hij was uitsluitend op mensen gericht. Nu gaat het prima en heeft hij zich goed aangepast aan de andere vogels. Zo kan hij in nog een aantal jaren mee.

Het laat zien dat een hobby meerdere facetten kent en dat iemand ook intens kan genieten, en houden van, een gewone zangkanarie in een kooi in de huiskamer. In de weken dat ik met Ellen correspondeerde heb ik het gevoel gekregen met een warm persoon te maken te hebben, met een grote liefde voor haar Benieto. Gelukkig heb ik alsnog mijn belofte aan haar gestand kunnen doen. Ellen, Rust Zacht

John van der Jagt